Handvormen
De handvorm is één van de parameters waaruit een gebaar bestaat. Als je je vingers bijvoorbeeld spreidt in plaats van sluit, kan je een heel ander gebaar krijgen. Met deze functie kan je zoeken op de handvormen van de gebaren in het woordenboek. Als je op een tekening klikt, zie je alle gebaren waarin deze handvorm voorkomt. Je kan ook op meerdere handvormen tegelijk zoeken.
Locaties
Een gebaar wordt altijd uitgevoerd op een welbepaalde locatie ten opzichte van het lichaam. Voorbeelden van locaties zijn het hoofd van de gebaarder, het bovenlichaam of de ruimte vóór zich. Met deze functie kan je zoeken op de locatie van de gebaren in het woordenboek. Als je op een tekening klikt, zie je alle gebaren waarin deze locatie voorkomt. Gebruik de zoomfunctie om nauwkeuriger de juiste locatie aan te geven. Je kan ook op meerdere locaties tegelijk zoeken.
Categorieën
Elk gebaar wordt gelinkt aan één of meerdere categorieën, op basis van de betekenis van het gebaar. Met deze functie kan je dus alle gebaren vinden die in dezelfde categorie voorkomen. Je kan ook op meerdere categorieën tegelijk zoeken.
Provincies
In Vlaamse Gebarentaal bestaan verschillende varianten. Een dove persoon uit Brugge zal bijvoorbeeld een ander gebaar voor ‘suiker’ gebruiken dan een dove persoon uit Antwerpen. VGT heeft 5 gebarenvarianten, vergelijkbaar met dialecten in de gesproken Vlaamse taal. Toch kunnen dove mensen uit verschillende provincies elkaar goed begrijpen. De varianten vormen dus geen probleem in de communicatie tussen gebarentaligen.